Wat zijn de financiële mogelijkheden voor voorgangers en predikanten?

Meest bekeken artikel

Standaard wordt een predikant/voorganger door de Belastingdienst beschouwd als een pseudo-ondernemer. Dat houdt in dat hij niet in loondienst is en dus niet in aanmerking komt voor werknemersverzekeringen zoals ZW, WW of WIA. Dit artikel gaat over de predikant/voorganger als pseudo-ondernemer. We bespreken allereerst de pensioensituatie van de predikant/voorganger. Vervolgens kijken we naar de nabestaandenvoorzieningen en de arbeidsongeschiktheidssituatie. Ten slotte zullen we dieper ingaan op de fiscale aspecten van de predikant/voorganger.

Ouderdomspensioen
Ook voor de predikant/voorganger gelden de wettelijke regels omtrent de AOW. Voor sommige predikanten/voorgangers gelden bijzondere regels omtrent het pensioen. Ondanks het feit dat u fiscaal als ondernemer wordt aangemerkt, wordt u toch soms (dit verschilt per kerkverband) opgenomen in een pensioenregeling van bijvoorbeeld Pensioenfonds Zorg en Welzijn of in een Emeritaatsfonds. De pensioenpremie wordt dan betaald door het kerkgenootschap.

In algemene zin kan worden gezegd dat de pensioenregeling van Pensioenfonds Zorg en Welzijn een ruime pensioenregeling is, waarbij naast het ouderdomspensioen ook het partnerpensioen en het arbeidsongeschiktheidspensioen goed zijn geregeld. Indien u niet wordt opgenomen in een pensioenregeling of Emeritaatsfonds, zult u zelf een pensioenvoorziening moeten sluiten. Het is dan vaak gunstig om dit te doen in de vorm van een lijfrenteverzekering, waarbij de premie fiscaal aftrekbaar is.

EZA Verzekeringen geeft u graag een persoonlijk advies.

Nabestaandenpensioen
Een van de nabestaandenvoorzieningen is een eventuele uitkering op grond van de ANW. Indien voor u een pensioenregeling geldt kan in die regeling ook een partner en/of wezenpensioen zijn verzekerd. Indien dit het geval is, zorgt dat voor een goede aanvulling op de ANW-uitkering. Indien er geen recht bestaat op een dergelijke pensioenregeling, is het mogelijk om zelf een regeling te treffen. EZA Verzekeringen heeft hiervoor diverse mogelijkheden, waaronder een speciale collectieve nabestaandenvoorziening.

Ook een combinatie met pensioenopbouw behoort tot de mogelijkheden. Om te kijken of het noodzakelijk is een dergelijke aanvullende nabestaandenvoorziening te treffen, is het belangrijk dat de financieel adviseur van EZA Verzekeringen uw persoonlijke situatie in kaart brengt. Er wordt dan rekening gehouden met de hoogte van de ANW-uitkering, maar ook wordt gekeken naar de eventueel reeds bestaande voorzieningen zoals een eventueel eerder opgebouwd pensioen, uw overlijdensrisicoverzekeringen en/of lijfrentepolissen.

Arbeidsongeschiktheid
Voor werknemers is arbeidsongeschiktheid voor een groot deel via de werkgever verzekerd. Voor een zelfstandig ondernemer, en dus ook voor u als predikant/voorganger, geldt dat niet. Als u dat wenst, zult u dus zelf een arbeidsongeschiktheidsverzekering moeten sluiten. Er bestaan diverse varianten binnen arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. Voordeel hiervan is dat u deze verzekering kunt vormgeven naar uw eigen wensen. Zo kunt u kiezen voor een kort (minimaal 14 dagen) of juist een langer eigen risico, een gelijkblijvend of een stijgend verzekerd bedrag en een gelijkblijvende of een stijgende uitkering.

Al deze keuzes bepalen (mede) de premie die wordt gehanteerd. Acceptatie vindt plaats aan de hand van gezondheidsvragen en mogelijk een medische keuring. Er wordt een uitkering verstrekt als u meer dan 25% of meer dan 45% arbeidsongeschikt bent. U kunt maximaal 80% van uw bruto inkomen verzekeren. De premie voor deze verzekering kan gelijkblijvend of stijgend zijn; in het laatste geval begint u met een lage premie.

Gezien de vele soorten en mogelijkheden is het verstandig een adviseur van EZA Verzekeringen te betrekken bij uw situatie en uw wensen. EZA Verzekeringen heeft speciaal voor predikanten/voorgangers meerdere collectiviteiten op het gebied van arbeidsongeschiktheidsverzekeringen ontwikkeld tegen uitzonderlijk scherpe premies.

Fiscale aspecten
In deze paragraaf gaan we in op de fiscale aspecten van de pseudo-ondernemer predikant/voorganger. Dit pseudo-ondernemerschap houdt onder meer in dat u geen gebruik kunt maken van de (ruime) ondernemersaftrek. U valt onder de Wet op de Inkomstenbelasting en regelt uw fiscale zaken helemaal zelf. Als u beginnend predikant/voorganger bent, vraagt u dan binnen zes maanden nadat u inkomen gaat genieten een aangiftebiljet aan bij de Belastingdienst; hiertoe bent u wettelijk verplicht. Intussen reserveert u voldoende middelen om de (voorlopige) aanslagen IB/PH en Zorgverzekeringswet (ZVW) te kunnen betalen.

Administratie
Als pseudo-ondernemer houdt u een eenvoudige administratie bij van alle inkomsten. Daarbij moet worden bedacht dat alle inkomsten (dus ook de ontvangen vergoedingen) onder het winstbegrip vallen en belastbaar zijn in box 1. Daarnaast administreert u alle uitgaven die met de verwerving van het inkomen (dus voor de uitoefening van het ambt) te maken hebben. De kosten zijn aftrekbaar als deze met bewijsstukken gestaafd kunnen worden. Jaarlijks stelt u van alle inkomsten en uitgaven een (eenvoudige) resultatenrekening op.

Daarnaast stelt u een balans op voor de zaken die in de vorm van afschrijving in de resultatenrekening voorkomen. Bijvoorbeeld afschrijving van een PC , kantoorinrichting etcetera.

Diverse kosten die fiscaal aftrekbaar zijn:

  • Arbeidsbeloning meewerkende partner
    Als uw partner in de pastorie meewerkt, is het in veel gevallen voordelig om een zogenaamd meewerkcontract af te sluiten. Daarin wordt onder meer opgenomen welke werkzaamheden uw partner verricht en tegen welk uurloon. Het is verstandig dat uw partner een urenadministratie bijhoudt. Uw partner kan bijvoorbeeld aan het einde van de week noteren hoeveel uur per werksoort is besteed. Het totaal van deze uren maal het uurtarief moet tenminste op € 5.000,- per jaar uitkomen om in aanmerking te komen als aftrekpost bij de predikant/voorganger en om als zelfstandig inkomen bij de partner te kunnen worden gerekend. Indien de beloning minder is mag de predikant/voorganger de beloning niet van het belaste resultaat aftrekken en is de beloning bij de partner onbelast. De werkzaamheden mogen ruim worden opgevat. Denk bijvoorbeeld aan telefoon aannemen, secretariaatswerk, ontvangen bezoek, koffiepraat na de kerkdienst of deelname aan activiteiten van de gemeente (gespecificeerd). Per saldo bespaart u samen met uw partner belasting als u een hoger inkomen heeft dan uw partner. Het verschil kan dan tot 10% a 15% oplopen. Uw meewerkende partner krijgt ook een heffingskorting toegerekend, namelijk de arbeidskorting. Het enige (kleine) nadeel is dat aan uw partner ook een aanslag Zorgverzekeringswet krijgt opgelegd. Sommige kerkenraden vergoeden deze premie voor de partner. Voor meewerkende partners bestaat ook de zogenaamde meewerkaftrek, bestaande uit een percentage van het resultaat. Gezien het gemiddelde inkomen van een predikant/voorganger is het niet aantrekkelijk om de meewerkaftrek op te voeren. Wij laten de meewerkaftrek in dit boekje dan ook buiten beschouwing.
  • Reiskosten
    De kosten van openbaar vervoer kunnen volledig worden afgetrokken. Kosten van een privéauto kunnen worden opgevoerd tegen een tarief van € 0,19 per kilometer (dit is een all-intarief, dus parkeer- en veerkosten en boetes zijn in het tarief begrepen en mogen niet apart worden opgevoerd). Het is verstandig voor de bewijslast van de zakelijke kilometers per dag een kilometeradministratie bij te houden. Hierin moeten de begin- en eindstand en de gereden kilometers met de verdeling over privé en zakelijk (in de kolom ‘omschrijving’ een korte doelomschrijving bij het zakelijk gebruik) worden vermeld. Bij gebruik voor zowel zakelijk als privé (gecombineerde rit) geeft het zakelijk gebruik de doorslag. Op de website van de Belastingdienst en andere websites zijn voorbeelden te zien van een dergelijke kilometeradministratie. In sommige gevallen is het voordelig om de auto als zakelijk aan te merken (dus op de balans te zetten en af te schrijven). Alle autokosten zijn dan aftrekbaar, dus ook de uitgesloten kosten bij gebruik van een privéauto. Boetes zijn niet aftrekbaar. Hiertegenover staat wel een bijtelling voor het privégebruik van de auto van maximaal 25% van de cataloguswaarde (of minder bij een (zeer) zuinige auto). De bijtelling is echter nooit meer dan het totaal van de autokosten. Interessant is te weten dat alle kosten van vervoer aftrekbaar zijn tegen € 0,19 per kilometer, dus ook fietskosten.
  • Belasting Toegevoegde Waarde (BTW)
    Als predikant/voorganger valt u onder de vrijstellingsregeling van de BTW. De voorheffing in de kostennota’s is daarom niet verrekenbaar, maar mag gewoon als kostenpost worden opgevoerd.
  • Representatiekosten
    Naast de gebruikelijke kosten van attenties bij geboortebezoekjes etcetera, kunt u ook de consumpties bij bijvoorbeeld bezoeken van gemeenteleden en het houden van kringen en catechisaties opvoeren. Het is raadzaam daarvoor een lijst per dag bij te houden met vermelding van het aantal bezoekers (inclusief uzelf en eventueel uw partner) maal € 0,50 per consumptie (inclusief versnapering). Standaard kunt u uitgaan van 2 consumpties per bezoeker. Voor lunches en diners kunt u van de werkelijke kosten uitgaan. Al 63 deze kosten zijn voor 73½% aftrekbaar (er wordt namelijk uitgegaan van een privécomponent in deze kosten).
  • Pastorie (geen eigen woning)
    Bij het ter beschikking stellen van een woning door de kerkelijke gemeente is het uitgangspunt van de bijtelling de WOZ-waarde van de pastorie (peildatum 1 januari van het voorgaande jaar). Een percentage van deze WOZ-waarde (1,7% in 2014) geeft de bijtelling aan (vermelding onder de baten). Bij het betrekken van een pastorie na 1 januari van een jaar dient een tijdsevenredige berekening plaats te vinden. In sommige gevallen kan van de WOZ-waarde een deel in mindering worden gebracht, met name als een grote pastorie aan een beginnende predikant/voorganger ter beschikking wordt gesteld die niet alle ruimten gebruikt. De ruimtes die ongebruikt blijven worden naar verhouding op het totaal van de ruimtes als correctie opgevoerd.
  • Kosten studeerkamer
    Met ingang van 2005 mogen de kosten van een nietzelfstandige werk- en studeerkamer niet meer in aftrek worden genomen. Van een niet-zelfstandige ruimte is sprake als er geen aparte ingang is en sanitaire ruimte ontbreekt (van de overige fiscale bepalingen heeft u als predikant/voorganger geen last als u in de pastorie uw ambt uitoefent, dus als u niet elders een gehuurde werkruimte heeft). Men zou kunnen zeggen dat een ruimte kwalificeert als zelfstandig als deze aan derden kan worden verhuurd. Bijvoorbeeld een losstaande garage die verbouwd is tot werkkamer, kan als zelfstandige ruimte worden aangemerkt. Als de kosten wel aftrekbaar zijn (bij een zelfstandige ruimte) kunnen de volgende kosten in aftrek worden genomen:

    • Een gedeelte van de fiscale bijtelling van de WOZwaarde (naar rato van de totale oppervlakte);
    • Schoonmaakkosten;
    • Een evenredig deel van de energiekosten. De aan de werk- of studeerkamer toegekende oppervlakte wordt verhoogd met een opslag voor intensiever gebruik dan andere (slaap-)kamers.
  • Kosten die in alle gevallen mogen worden opgevoerd zijn:
    • Afschrijving van apparatuur (PC’s en toebehoren) maximaal 20% per jaar bij activering (het is wenselijk zoveel mogelijk onder het begrip ‘apparatuur’ te rangschikken);
    • Deel van de inboedelverzekering betrekking hebbend op (de inrichting van) de studeerkamer;
    • Kosten gemaakt in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet in de werk- en studeerkamer zoals de ergonomische inrichting van de werkplek, de beeldschermwerkplek en de lichtvoorziening kunnen altijd in aftrek worden gebracht via een jaarlijkse afschrijving met een drempel.
    • Overige aftrekbare kosten
    • Contributies;
    • Vakliteratuur en boeken;
    • Vaste en mobiele telefoonkosten (bij gebruik van 10% of meer als zakelijk volledig aftrekbaar);
    • Internet/computer (bij zakelijk gebruik);
    • Ambtskleding (inclusief kosten stomen);
    • Kantoor- en portokosten;
    • En verder alles wat naar goed koopmansgebruik aan kosten wordt gemaakt om het ambt uit te kunnen uitoefenen.

 


Dit artikel verscheen eerder in het boekje “Kerk en Stichting Verzekerd”. Dat is een gratis uitgave van EZA Verzekeringen over alle zaken rond verzekeringen voor kerken en organisaties. Bestel het boekje hier.

Over de schrijver

Was dit artikel nuttig?

(0 van 0 vonden dit artikel nuttig)