Wanneer u in het bestuur van een stichting, kerkgenootschap of gewoon van een bedrijf plaatsneemt betekend dat u een bepaalde verantwoordelijkheid neemt. Het maakt daarbij niet uit of u als vrijwilliger of als betaalde bestuurder werkzaam bent. Het gaat erom dat u samen met uw collega bestuurders de organisatie goed bestuurd. Het is vaak een vertrouwenskwestie dat u gevraagd of gekozen wordt in een bestuur. Men gaat er dan ook terecht vanuit dat u ter goeder trouw bent en dat u er naar streeft uw taken zo goed en zo eerlijk mogelijk uit te voeren. Toch kan het zijn dat u of een van de andere bestuurders bewust of onbewust een fout maakt met financiële en soms zelfs catastrofale gevolgen. Door de wetgever is bepaalt dat ieder bestuurslid aansprakelijk gesteld kan worden in zijn privévermogen indien er vermogensschade ontstaat waarbij het bestuur verwijtbaar is. Een veelgebruikt voorbeeld is: Een evangelische gemeente staat voor een grote verbouwing van het gemeentegebouw. Het bestuur besluit uiteindelijk een plaatselijke aannemer in de hand te nemen en deze vraagt omdat het om een grote verbouwing gaat een voorschot van € 50.000,- om een aantal materialen aan te schaffen. Wat het bestuur niet wist was dat deze aannemer financieel zijn zaakjes niet goed op orde had. De penningmeester maakt de € 50.000,- over naar de aannemer zodat deze kan gaan beginnen met de verbouwing. Enkele weken later blijkt de aannemer failliet te zijn, hierdoor is het geld wat als aanbetaling bedoelt was ook weg. Het bestuur had helaas geen onderzoek gedaan naar de financiële positie van deze aannemer voordat ze de aanbetaling hadden gedaan. De gemeenteleden stellen het bestuur hier aansprakelijk voor. Dan begint het pas, er moet worden geprocedeerd om onschuld te bewijzen etc. etc. allemaal vervelende zaken waar je niets mee te maken wilt hebben. Een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering kan in dit geval uitkomst bieden. Deze verzekering zorgt er voor dat de eventuele juridische kosten worden betaald maar ook als de verwijtbaarheid terecht is ook de geleden schade wordt vergoed, hierdoor hoeft het bestuur zijn/haar privévermogen niet aan te spreken.
Dit is slechts één voorbeeld maar het kunnen natuurlijk ook andere situaties zijn waarbij vermogensschade kan ontstaan.
Voorkom teleurstellingen in dit soort zaken, óók wanneer het gaat als christenen onderling is het belangrijk om hierin niet naïef te zijn.